Door het uitvallen van Coen Spijker (red: gekneusde ribben door een val op de Koppenberg) stond fietscierenner Karsijns er afgelopen zaterdag alleen voor. Waarvoor? Niets minder dan de Hel van het Noorden. De renners lagen in totaal 50 kilometers aan kasseien te wachten, verdeeld over in totaal 165 kilometers. Een helse tocht dus, temeer omdat de weervoorspellingen voor zaterdag vooral regen en wind noemden.
Desalniettemin zat Karsijns samen met zijn companen Pieter Jan en Rick op vrijdagavond goed geluimd een bord pasta naar binnen te werken in een heerlijk sfeervol hotelletje in het wat minder sfeervolle Roubaix. Dat laatste kwam goed uit, want de wekker zou de volgende dag om 04:15 gaan, zodat een biertje in het cafe wat teveel van het goede zou zijn. Dus lagen de jongens om 22:00 keurig netjes onder de dekens. Vanwege twee overenthousiaste en luidruchtige medegasten van het hotel duurde het nog even voordat de jongens de slaap konden vatten. Slapen was uberhaupt natuurlijk een moeilijke opgave: wie kan er nu rustig slapen in de wetenschap dat Parijs Roubaix de volgende ochtend gereden moet worden!
Om 4:45 reed het drietal naar het Velodrome, alwaar 33 bussen met aanhangers klaar stonden om vele enthousiastelingen naar het zuiden te vervoeren. Meer dan een derde van de deelnemers was Brits. Dit volk is de laatste jaren het wielrennen steeds meer gaan waarderen, uiteraard door hun voorman Bradley Wiggins, die een dag later op het strijdtoneel zou verschijnen. De Britten bleken met hun onderkoelde humor, gepaard met beleefde manieren en een onbegrensde liefde voor het wielrennen voor een welkome aanvulling van het peloton.
Enfin, temidden van al dit moois werden de drie heren afgeleverd in Busigny, waar een lichte miezer uit de hemel kwam. Dat beloofde wat voor de rest van de dag. De kasseistroken lagen er ook wat glibberig bij, Karsijns was op zijn hoede en herinnerde zich vreselijke valpartijen in 2010, toen fietscierenner van Dijk in soortgelijke omstandigheden op de kasseien klapte. Maar vanwege de regen spoelde het slijk wat van de kopjes en al gauw vond Karsijns de stabiliteit en rust om over de kasseien te dokkeren. En dat was ook nodig want Pieter Jan, met een kleine 1500 kilometer in de benen, werkte onverstoord in een moordend tempo de kasseistroken een voor een af. Rick, ook een liefhebben van rammen op de pedalen, moest nog even wennen aan de glibberpartijen en keek de kat even uit de boom. Alhoewel het af en toe regende kwam de wind uit het zuiden en dat was natuurlijk erg positief. Karsijns, liefhebber van dit soort barre omstandigheden, voelde zich in zijn nopjes en de eerste 80 kilometer gingen heerlijk. Dat was een mooie opsteker, want de voorbereiding was door pech wat in het water gevallen. Hierdoor was de teller bij geen enkele rit boven de 90 km uitgekomen.
Maar, iedere renner weet dat in Parijs Roubaix het bal geopend wordt in het Bos, de gevreesde strook waar iedereen benauwd naar uit keek. En daar was hij, aangekondigd door de machtige mijnbouwtoren en de brug die boven het bos hangt. Het drietal denderde het Bos binnen, maar al snel gingen de achterwielen alle kanten op behalve de goede. Voor Karsijns het teken om even een tandje lichter de schakelen. Het fietsen was door de combinatie van mos, klei, regen en niet te vergeten kasseien schier onmogelijk geworden. Het regende valpartijen, en op tweederde van de strook kletste ook de enige fietscierenner in koers op de grond. Zonder veel erg kon hij echter opstappen, maar de schrik zat er goed in. Gelukkig lag de rest van het parcours er veel beter en droger bij.
Maar toen voerde het parcours de renners in westelijke richting, vanwaar de wind inmiddels met behoorlijke kracht kwam waaien. Karsijns kreeg het moeilijk en moest Rick en Pieter Jan laten gaan. De teller ging boven de 100 km en de krachten vloeiden uit zijn benen. Op de kasseien was het man tegen man, verstand op nul maar op het vlakke, waar de wind ook nadelig waaide, kon Karsijns zijn wagonnetje nergens aanhaken en dus stoempte de fietscierenner in zijn eentje tegen de elementen. Ervaren als hij was wist hij dat dit de enige manier is om momenten van zwakte te weerstaan. Gewoon doortrappen. Of, zoals de wielervereniging in Peize heet: Nait Opholden, Altied Deurtrappen (NOAD). En zo bereikte de voormalige Groninger na vreselijke momenten op onder andere Mons en Pevele de laatste stop op 130 km.
Daar zaten ook zijn medecompanen uit te hijgen. Wetende dat het lastigste er op zat, maar dat het verdomde veel kracht en energie had gekost. Wat volgde waren nog 6 stroken, maar niet de minste. Noem een wielrenner de namen Camphin en Pevele en Carrefour de l Arbre en hij trekt wit weg tot achter zijn oren. Dat stond de jongens nog te wachten. Gelukkig waaide de wind nu in het voordeel, behalve op: juist, Carrefour de l Arbre. Karsijns, die zijn zwaarste momenten acht zich had gelaten en gevoed door gelletjes en rijstevlaai, kon de trappers weer op een aanvaardbaar niveau ronddraaien maar moest toch zijn twee tegenstanders laten gaan. Echter, een podiumplek was in zicht en de Hilversummer vocht met alles wat hij in zich had voor die derde plek. Wetende dat na het Carrefour de finish nabij was stampte hij met een monsterverzet tegen de wind, die uiteindelijk overwonnen werd.
Hierna volgde nog twee stroken die zonder erg werden bedwongen waarna de parade naar het Velodrome volgde. Pieter Jan had intussen Rick op sleeptouw genomen en reed een formidabele koers. Rick was echter taai als een doorgebakken biefstuk en bleef het wiel van Pieter Jan vasthouden. In de tumultueuze finish hield hij de druk op de ketel, maar kende evenwel zijn plek. Een Duclos-Lassale-tje vond hij niet gepast en zo won Pieter Jan voor de tweede keer achter elkaar de helleklassieker.
Karsijns maakte zich inmiddels vol adrenaline op voor zijn eindsprint. Laverend tussen autos en dwars door het rode licht rijdend stoof hij naar de wielerbaan, waar de regen inmiddels weer in vol ornaat naar beneden viel. Bij het opdraaien wilde Karsijns nog even een groep inhalen waardoor hij zich uiterst rechts op de baan bevond. Zich niet realiserend dat de bocht onder een hellende hoek was aangebracht reed kort later Karsijns plotsklaps 2 meter boven het maaiveld, met de dunne bandjes tegen een steile doch natte wielerbaan. Zodat de glorieuze entree het volgende moment verwerd tot een val naar beneden op de sintels. Verbouwereerd krabbelde Karsijns op en passeerde enige tellen later, net voor 15:00 uur, de finish. Het was volbracht.
Commentaar Karsijns: “je weet dat met zon voorbereiding alles op zjn plek moet vallen. Als je dan valt in het Bos, als de koers openbreekt, dan fiets je achter de feiten aan. Ik kende zware momenten maar kwam er weer boven op. Ik had moraal voor de sprint, maar door een domme fout kon ik niet leveren wat ik in mij had. Ik denk dat je dit alles overziend tevreden moet zijn met een derde plek. Ik kijk uit naar volgend jaar en uiteraard ook naar de eerstvolgende afspraak: de fietscie 2015.”