vergeet de Cauberg, vergeet de posbank, Camerig en al die andere zogenaamde Nederlandse bergen. Vergeet zelfs de alpe dhuzes tourmalet of mont ventoux.
Denk aan een berg zonder spectaculaire natuur, zonder haarspelbochten, zonder gevaarlijke afdalingen. Denk aan een berg met een extreem gelijkmatigde en nimmer aflatend stijgingspercentage en waar de zware kant van de berg afhangt van het weer. Denk aan een klim van 32 kilometer.
Denk kortom aan de afsluitdijk, de enige echte nederlandse berg waar de wind zorgt voor vreselijke stijgingspercentages.
Een berg zonder beloning als prachtig uitzicht of afdalingen. Een berg die slechts 1 keer door de fietscie, zij het zeer nipt, bedwongen is. Er is geen andere berg die de Fietscie zoveel angst inboezemt dan die ellendige Afsluitdijk. Enkele jaren terug beleefde de fietscie tijdens de endurance challenge haar donkerste en koudste momenten. Slechts door zeer goede samenwerking was het gelukt om de 32 kaarsrechte kilometers met een ijskoude tegenwind, met een gemiddelde snelheid ver onder twintig kilometer per uur af te leggen. Maar de berg had de renners zo gesloopt dat in Zurich meteen taxi werd besteld.
Sindsdien heeft geen fietscielid het meer aangedurft. Tot vandaag waar onder gelijkwaardige omstandigheden door Lenis de tocht vanaf schagen naar Friesland over de Nederlandse berg werd aangevangen. De spanning steeg tijdens de openingskilometer tot Den Oever. Een daar doemde de berg op. Geen mooie rotspartijen, bomen en watervallen, maar een kaarsrechte dijk vol met wind. Ijskoude tegenwind. Het binnenblad werd opgezocht en de eerste kilometers werd zenuwachtig afgelegd. Zou het lukken? de teller klokte 22 kilometers maar liep langzamerhand naar beneden: 21, 20, niet onder de twintig, niet onder de twintig en ja hoor 19, 18. De witte streep op de weg deed woesj woesj woesj. Ledematen werden steeds minder gevoeld door de kou en houding. Lenis dacht terug aan die tocht een paar jaar geleden, toen had hij zijn vrinden nog bij zich, maar nu niet. Halverwege een afwisseling het prachtige breezanddijk. De teller kwam niet vaak meer boven de twintig en de eentonigheid en wind maakte het brein wazig. Een poging tot eten deed misselijkheid oproepen. Donkere gedachten schoten door het hoofd, een lekke band, van de fiets vallen, kapotte ketting. En een ander stem zei rustig doortrappen en Lenis dacht aan joost van rheen. Langzaam maar gestaag werd de berg bedwongen. Van hectometer bordje naar hectometer bordje. En dan plotseling in de verte: land in zicht. Een vage contour tekende zich af aan de horizon. Net op dat moment begon een hagelbui. Zo is de nederlandse berg ook, zodra je denkt dat het makkelijker wordt is er ergens iemand die met de elementen speelt. Volgens mij zit er aan het begin van de dijk iemand in een hok die denkt, vandaag ga ik de fietser eens even pesten. Maar toch, het land kwam steeds dichterbij. En daar een bord, een restaurant op 5 kilometer, het restaurant waar de vorige keer de fietscie was geeindigd om een taxi te bestellen. En daar doemde dan toch echt de sluizen op. Zou het dan gewoon gaan lukken? Maar net als je denkt…. Na de sluizen blijkt het namelijk nog gewoon door te gaan, nog vijf kaarsrechte kilometer vol met wind. Op de teller werd inmiddels niet meer gelet, kan het schelen of het onder de twintig is, als de berg maar wordt bedwongen. De laatste vijf kilometer waren vreselijk, alsof de berg het stijgingspercentage naar de top nog even omhooggooit. Na wat een eindeloosheid leek was daar dan toch het vasteland van friesland bereikt! Maar net als de vorige keer had de berg een nieuw slachtoffer geeist. Ook nu zou het niet meer gaan lukken om het laatste kleine stukje naar beetgumermolen te volbrengen. De dijk had alle energie opgeslokt. In Harlingen werd de trein opgezocht. Weer had de dijk gewonnen. Het staat nu 2-0 voor de afsluitdijk.
Die thijs Zonneveld kan wel ophouden om een Nederlandse berg te maken. Die berg ligt er al, tussen Noord Holland en friesland, een zwaardere berg vind je nergens.