Fietscie 2012: Pescara – Roma: HET VERSLAG
De heenreis
Ronduit gezellig is het reeds in de trein van Amsterdam naar Boxmeer. Organisator Nico samen met Beer vanuit Centraal. Joor die bijvoegt op Amstel. Snip en Coenraad in Utrecht. Gesprekken over recente vakanties in Portugal, kampeerweekendjes en koffie. In Nijmegen overstappen op het boemeltje, via Joors geboortegrond Limburg in. Heerlijk, Boxmeer als eerste bestemming in de Fietscie van 2012. Na een enerverende verkiezingsavond in Arnhem, we spreken over februari van dit jaar, wist Nico Karsijns verrassend met de winst aan de haal te gaan. Nou ja, verrassend, hij had zijn dwars-door-Italie plan vakkundig verbeterd ten opzichte van een jaar eerder. Aangekleed met een stemmig Bocelli-muziekje en met name veel aantrekkelijk, zonnig beeldmateriaal wist Nico zich in stilte al een groot kanshebber. De kracht van een gedegen voorbereiding en een professionele, verleidelijke presentatie. Na Mias weet ook Nico tegenwoordig heel goed dat dit de zieltjes van Fietsciejongens in verroering brengt.
Boxmeer dus. Schilt en Lenis zitten, al met de strakke broek aan, de jongens op te wachten. De rest kleedt zich om en gezamenlijk wordt er vertrokken voor etappe 1a: Boxmeer – Weeze. De eerste kilometers houden we het droog, maar niet tot aan Weeze. Over het pondje bij Vierlingsbeek wordt gewacht. Geen Fietscie met 6 of 7 dit jaar, nee, de verloren zoon is terug. Joost van Rheen, na twee jaar Kameroen nog wat op zoek naar zijn Hollandse zelf, fietst vanuit zijn tijdelijke residentie te Bruchem naar Weeze. Komend vanaf het pondje wacht hem een erehaag als welkom. Compleet wordt de tocht naar Weeze volbracht, waarbij aangetekend mag worden dat Team Principia de dubbel pakt onder de boog van het vliegveld, de oude Duitse militaire basis. De eerste puntjes van wat een zeer succesvolle week zal worden zijn alvast binnen.
Bij het wachten op het boarden een nieuw element: Nico presenteert de route op een grote kaart. Deze route is door navigator Schilt al letterlijk helemaal uitgetekend, en de etappes, hiervoor niet meer dan een abstracte route en een x aantal kilometers, beginnen te leven in de hoofden van de jongens. Verlekkerd toekijkend en nippend van de eerste pint dwaalt menig gedachte al af naar het Italiaanse berglandschap dat morgen wacht.
Vliegveld Pescara brengt wat het moet: acht fietsen die zonder kleerscheuren teruggekregen worden. Niets meer en niets minder. De temperatuur voelt prettig aan. In de schemering wordt het tweede deel van etappe 1 afgelegd, noordwaarts over een lange boulevard naar Montesilvano, een voorstad van Pescara. Veel van de stad zien we niet, en toch brengt het Fietscie bezoek de stad geen windeieren: in de volgende dagen zal de plaatselijke Calcio promoveren naar de Serie A en lokaal wielertalent Rabottini de koninginnenrit in de Giro winnen. De liefde is wederzijds: de jongens genieten van de Italiaanse sfeer, temperatuur en de beginspanning die kenmerkend is voor een eerste Fietscieavond. Een avond waarop alles nog moet beginnen en niemand nog weet hoe de week zal verlopen.
In de pizzeria op de hoek is de stemming uitgelaten. Hongerig worden wijn en pizza’s besteld, alsmede de nodige bruschetta’s. Enkel Lenis toont zich nog wat onscherp door compleet te vergeten dat hij, juist hij, wel wat moet bestellen wil hij ook wat te eten krijgen. De sympathieke serveerster biedt een gulle tweede kans, wat haar op een goed-hollandse scheldkanonnade komt te staan, tot hilariteit van de gehele tafel. Lenis maakt zich zichtbaar zorgen over zijn vormpeil, iets wat daags erna terecht blijkt te zijn. Het Italiaanse eten laat zich overigens goed smaken, en met een volle maag worden wat later de bedjes opgezocht.
Etappe 1: Pescara-Campotosto
Na het warmtrappen in de Duits-Nederlandse grensstreek begint vandaag de Fietscie 2012 dan echt. De Adriatische zee ligt weliswaar aanlokkelijk te lonken nabij het pension, maar de bergen lokken de jongens toch meer. Na een goed ontbijt maken de jongens ongeduldig een laatste check op hun materieel. Daarbij wordt vooral gekeken naar de fiets en vergeet het merendeel van de jongens aan zichzelf te denken. Organisator Nico had nog gewaarschuwd dat deze etappe wel eens voor barre omstandigheden zou kunnen zorgen, maar die waarschuwing was al een paar maanden oud en het weer aan de kust was prachtig. Toch was semi-profrenner Coen Spijker goed voorbereid. Als enige had hij handschoenen meegenomen. Watje! Renner Van Dijk begon zich toch wat zorgen te maken omdat hij zijn 200 euro-handschoenen thuis had gelaten. Daarom toch nog maar even bij een lokale fietsboer in Pescara alsnog een paar surrogaathandschoenen gekocht. Ondertussen werd door de rest geld en proviand ingeslagen.
De jongens vlak voor vertrek in het zonnige Montesilvano
Renner Schilt loodste de jongens op bekwame wijze de stad uit. De eerste kilometers gingen door een glooiend landschap omhoog. Schilt constateerde al snel dat er geen land in Europa is waar mooiere fietspaden zijn dan in Italië. Al snel doemde een eerste klimmetje op voor de Fietscie. De klim leidde naar het prachtige dorpje Penne. Hier werd geconstateerd dat een aantal renners wel heel veel vertraging had opgelopen. De klim was toch niet te steil? Was iedereen wel in vorm? Wat betekent dit voor het verdere verloop van de Fietscie? Vragen, vragen, vragen. Gelukkig bleek het om een lekke band te gaan. De overige jongens konden hierdoor even rusten en genieten van het voorjaarszonnetje buiten de toegangspoort van de stad. Renner Snip nam het ervan en liet zijn melkkleurige armen en benen van een mooi kleurtje voorzien. De rest van de renners bleef verstandig op een schaduwrijke plek staan.
…Snip klimt richting Campo Imperatore. Het weer betrekt al…
Na het eerste oponthoud werd snel de weg vervolgd richting de gevreesde eerste echte beklimming. Er moest 15 km geklommen worden, van 400 meter naar zo’n 2.000 meter hoogte. Al snel werden de verhoudingen binnen de Fietscie duidelijk gemaakt. Renners als Karsijns, Van Rheen en Snip lieten de echte toppers gaan. Tergend langzaam gleed het asfalt onder hun wielen door. Halverwege kwamen de jongens de sympathieke Schilt tegen, die de jongens een hart onder de riem wou steken door de resterende kilometers te noemen. De informatie van Schilt keerde zich met name tegen renner Snip. Nog maar 5 kilometer bleek nog wel 8 kilometer te zijn. De moraal was ver te zoeken. De kilometers namen toe, terwijl de thermometer steeds verder zakte. Bovenop de top stonden de jongens verkleumd te wachten op lantaarndrager Snip. Alleen Joram was nog warm, hij kwam als eerste boven na een korte sprint tegen Lenis. Een tweede succes voor Team Principia, en wat voor succes. Snel werd op de fietsen geklommen om de verwachte afdaling in te zetten. Dat hadden de jongens wel verdiend na de inspanning van de beklimming. Echter, al snel bleek dat de afdaling niet veel voorstelde, en het landschap steeds ruiger en verlaten werd. Dit moest het dan zijn: de Campo Imperatore. Nico had dus gelijk! Een hoogvlakte van 40 km zou ons de zwartste momenten uit de Fietsciegeschiedenis voorschotelen. Het was koud, steenkoud, en verlaten, steenverlaten. Godsamme, wat was het hier verlaten! Zelf de temperatuur was hier gevlucht. De weg ging vals plat omhoog en de wind waaide guur tegen de snoet. Geen escape! Dit is het dan. Nog kapot van de beklimming zwol de wind nog harder aan. De wegen recht, kaarsrecht, en verlaten, kaarsverlaten. Renner Snip brak, krak, kraak, kraaak. Godsamme, kramp! Vanuit de regiekamer van Sporza werd besloten dat dit alles nog niet voldoende drama opleverde. Dus werd een vracht regen aangevoerd van over de bergtoppen om ons heen. De wind en de regen en de ontbrekende temperatuur zorgden voor drama. ”Misschien wel de moeilijkste momenten uit de geschiedenis van de Fietscie”, commentarieerde Michel Wuyts. En hij had gelijk!
De Fietscie toonde echter een saamhorige groep te zijn, die met geen 1.000 paarden uit elkaar te trekken valt. Stuk voor stuk namen de Fietscieleden renner Snip op sleeptouw. Net op het punt dat 8 stalen rossen met vlees in ijsklompen dreigden te veranderen kwam de afdaling in zicht. Euforie maakte zich meester van de jongens. Echter, een afdaling in bevroren toestand is geen pretje. Zelfs man van het jaar Lenis had het er moeilijk mee, en schommelde op zijn fiets de bergflanken af. Remmen was onmogelijk geworden vanwege de ijsvorming in de aderen. Hoe verder er afgedaald werd hoe beter de weersomstandigheden werden. En de temperatuur steeg gelukkig ook weer een beetje.
Bij het eerst volgende dorp werden de fietsen snel tegen de gevel van een restaurant gezet. Het restaurant bleek echter niet onder de indruk van de helden en er werd doodleuk verteld dat er niets te eten was. Vervolgens werd bij een naastgelegen cafetaria alsnog een tijdelijk warm onderdak gevonden. Chips en broodjes ham werden naar binnen gepropt. En de blower op het toilet maakte overuren om alle kleren te drogen en vingers, tenen en piemels te ontdooien.
Het laatste deel van de etappe ging iets gemakkelijker dan de eerste helft, alhoewel de wind nog vrij spel op een vals platte klim van maar liefst twintig kilometer lang. Aan het eind van de dag kwam het Lago di Campotosto dan toch in zicht. Intens gelukkig werd de oprit van de herberg opgereden, alwaar een warme douche voor de jongens klaarstond. Na de douche werd in het restaurant van de herberg genoten van een heerlijk 3 gangen diner, klaargemaakt door een lief omaatje.
Etappe 2: de Monte Terminillo
Terwijl bouwvakkers en vuilnismannen hun ochtendgrappaatje kwamen drinken aan het afgelegen barretje aan het Lago Campotosto stond het gezicht van Lenis op onweer bij het aanzicht van het ontbijt. Een voorverpakt chococroissant en een met drank gevulde wafel, daar moesten de eerste kilometers vandaag op verreden worden. Het was nog steeds koud in de vroege ochtend aan het meer, maar al vlot na het povere ontbijt werd er eendrachtig in lijn richting het dorpje Campotosto gereden. Hier was een barretje geopend waar het ontbijt kon worden voortgezet. Sterker: de Fietscie kocht de gehele voorraad van het aanwezige brood in een keer op. Fietscie blij, kroeg blij, dorp boos. Ook hier zoetigheid op het menu, puddingbroodjes en suikerdonuts werden met koffietjes weggespoeld en zo werd toch een bodem gelegd voor de koninginnerit van deze Fietscie.
Er zou koers gemaakt worden richting het dak van deze Fietscie, de Monte Terminillo, de bijna 2000 meter hoge reus in het achterland van Rome. Maar alvorens deze bereikt zou worden moesten er nog wat klimmetjes in het voorgebergte van de Abruzzen worden beklommen. Via fraaie dorpjes met lumineuze namen als Montereale, Borbona en Posta werd veelal in dalende lijn richting Leonessa gereden, het dorpje aan de voet van de Termilillo. Met het dalen in hoogte steeg de temperatuur en toen Leonessa en de voet van de Terminillo bereikt waren konden de jasjes uit en werd de huid gebruind. Het zonnetje scheen en de sfeer perfect, totdat…..
‘Pas gesloten’ stond er op het grote blauwe bord aan de voet van de klim. Wat nu te doen? Maandenlang ging het nergens anders over binnen de Fietscie. Joram zei hardop dat dit zijn hoofddoel van het seizoen zou zijn, de anderen droomden vooral ’s nachts in hun warme bedjes van de victorie boven op de legendarische besneeuwde top van berg. Je zou dus een gedesillusioneerde Fietscie verwachten, maar niets was minder waar. De plannen werden snel verzet en een nieuwe route was snel gevonden. Mias riep iets als “God bestaat toch!”, anderen waren blij dat de gruwelijk zware etappe van bijna 200 kilometer wat korter zou worden. Slechts een enkeling sprak een lichte teleurstelling uit over het missen van het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van de Fietscie.
Maar dan… Plots was daar een scooter die de fietsers tegemoet reed over de weg die afgesloten zou moeten zijn . De Italiaan op het vehikel meldde dat de pas prima begaanbaar was en dat er prima over gefietst kon worden. Een vloek (Mias) en een zucht (ook Mias) later begonnen de gladiatoren dan toch aan de 17 kilometer lange tocht naar de top. Tot ieders verbazing was het de immer defensief ingestelde Coen die er direct vandoor ging. Met gezwinde spoed snelde hij over de eerste niet al te lastige stroken naar boven, niet vergetend te genieten van de prachtige bosrijke omgeving.
De klim naar de Monte Terminillo…
Na 7 kilometer veranderde de lastigheid van de klim, de weg ging vanaf daar steil omhoog. Het smalle weggetje slingerde zich naar boven, de weg voor de Fietscie alleen. Na een paar kilometer reden Joram en Matthijs voorbij Coen en nog voor de boomgrens waren zij uit zicht verdwenen. Daarachter streed ieder zijn eigen strijd op de door ‘Il Duce’ aangelegde weg , Joost en Mias sloten de rij. Af en toe stapten zij even af om bij te komen en dachten daarbij aan hun schatjes thuis in Nederland. En zo reed iedereen op zijn eigen manier naar boven en boven kwam iedereen (en Matthijs was nipt de eerste, een bandlengte voor Principia-sterkhouder Joram).
Teruggekeerd in het dal was het tijd voor een uitgebreide lunch. De lokale pizzaboer beleefde gouden tijden want de magen moesten gevuld worden voor de laatste 80 kilometer richting Lugnano in Teverina. Heuvel op, heuvel af, heuvel op, heuvel af en onderweg schitterende landschappen en uitzichten. Matthijs schudde zijn overtollige energie op ieder klimmetje nog eens uit de benen en op een enkele vlakkere strook konden er snelheden gemeten worden van boven de 40 kilometer per uur. De Fietscie rook stal en was niet te stoppen op weg naar dat doel. In de finale van deze etappe gingen Schilt en Lenis er gezamenlijk van door. Lenis deed zijn uiterste best om de Winsumer van zich af te schudden, want binnen de Fietscie is het een ijzeren wet dat je nooit met Schilt naar de streep moet rijden. Uiteindelijk slaagde Lenis niet in zijn opzet, waardoor Schilt eenvoudig de armen in de lucht kon gooien, daar in het prachtige Umbrische dorp Lugnano in Teverina.
Na 195 kilometer was hier de stal bereikt en werd er een fantastische maaltijd geserveerd aan de hongerige renners. Met de Monte Terminillo in de benen mochten de bedjes opgezocht worden. De Fietscie had weer een koninginnerit uitgereden, wow!
Rustdag Lugnano in Teverina
Bouke Pieter weet als geen ander dat je zo’n rustdag ten volle moet gebruiken om er echt van te kunnen genieten. Terwijl de rest van de fietscie nog op één oor lag, zat de Drent al lekker in het zonnetje de afgelopen dagen te overdenken. “Tjongejonge, niet te bevatten eigenlijk, zo’n Fietscie”, dacht Berendinho en hij genoot met volle teugen.
Enfin, gedurende de ochtend kroop de Fietscie langzamerhand onder de lakens vandaan. Één voor één meldden de jongens zich in de ontbijtzaal, met uitzicht over de prachtige wijngaard. De moeder van Mariabarbara serveerde een dijk van een lokaal ontbijt met huisgemaakte jam en ham van het varken van de buren. Want zo is de Fietscie ook: lokaal wat kan, globaal wat moet. Heerlijke broodjes en jammetjes werden verorberd, en zo kwamen de jongens langzaamaan in de juiste stemming om er ook weer deze dag een feestje van te maken. Iedereen had inmiddels de fietskleren uitgewassen, zodat de kleurige shirtjes gezellig buiten hingen.
Snip en Karsijns nemen het er van in Lugnano
Besloten werd om een wandelingetje te maken. Ook hier pakte Maurits zijn taak als routeneur op en zo wandelde de Fietscie gezellig door de Umbrische heuvels. Die lagen er prachtig bij en te zien was dat de streek met rijke aarde behept was. Graan, haver, bonen, olijfbomen, wijngaarden en nog veel meer. En passent liet Mias weer eens weten dat het hem wel wat leek: zo’n oude boerderij en dan een bed and breakfast beginnen. Opportunities genoeg, want met een bundertje land op een mooie hoeve ben je daar zo zelfvoorzienend. Ondertussen gingen de Spijkertjes verder met hun analyses. Het hele wielerpeloton werd doorgenomen, alsmede de prestaties van de Fietscieleden. Zo werd al keuvelend en met de handjes op de rug Lugnano bereikt, een alleraardigst stadje op een dito heuvel. De Fietscie wandelde eens rond, wierp een blik op de gebouwen en het uitzicht over Umbrie en zeeg vervolgens, met roze Gazetto, neer op een fraai terras. Aan de hand van de Gazetto werden nog enkele quizjes gespeeld en toen werd er voorzichtig nagedacht over het vervolg van de dag. Besloten werd om op zoek te gaan naar avondeten. Daarvan was duidelijk dat de barbecue gebruikt ging worden.
Maar zoals dat gaat in een knoflookland rond het middaguur: de winkels waren natuurlijk potdicht en zouden pas aan het einde van de dag weer de deuren openen. De groep deelde zich in tweeën. Mias, Bouke Pieter, Joram en Coen bleven in een café onder het genot van een natje en een droogje om de Giro-etappe van de dag te bekijken.
Karsijns en Van Rheen genieten van de landelijke stilte…
Matthijs, Maurits, Joost en Nico kozen er voor om terug te wandelen naar de agriturismo. Het wandelkwartet genoot van de natuur en al het moois hetgeen Umbrie te bieden heeft. Onderweg was er ruimte voor een goed gesprek. Joost en Maurits zorgden voor de kennis van de diverse gewassen en gevogelte, waarna er onderweg nog enkele bossen munt werden geplukt. Even later zat Matthijs in de agriturismo heerlijk te genieten van een zelfgemaakt kopje muntthee. In het café had het andere kwartet het geluk dat er een ouderwetse Italiaanse sprint zat aan te komen. Een lange zit werd het, gelukkig was Martijn Keizer nog in de aanval. Uiteindelijk won Cavendish de sprint. Mias en Coen waren onderwijl de boodschappen wezen doen en hadden daarbij ook de slager bezocht. Het plan was om terug te liften, maar dat bleek geen succes. Of het nu aan de halfslachtige pogingen van de jongens lag of de halsstarrige Italianen, we zullen het nooit weten. De moeder van Mariabarbara wist wat haar te wachten stond en haalde de jongens op met de auto en zette hiermee haar kandidatuur voor vrouw van het jaar alsnog kracht bij. Het wandelkwartet dronk inmiddels al lang en breed van de heerlijke huiswijn en had het vuur voor de barbecue al aangestoken.
Toen werd er gegeten. En hoe. Mias en Coen hadden hun goed best gedaan en heerlijke spijzen meegenomen. Karbonades om je vingers bij af te likken, een huzarensalade om u tegen te zeggen en het geheel werd gecomplementeerd met die voortreffelijke huiswijn. Ja, die jongens hadden het goed voor elkaar. Na een goed gesprek bij het vuur over de etappe van morgen zochten de jongens de lakens weer op. De volgende dag lag Rome te wachten.
Etappe 3: Lugnano in Teverina – Roma
De Fietscie voorspelbaar? In ieder geval niet deze ochtend bij het ontbijt. De uitslaapboys Spijker II en Van Dijk meldden zich als eerste aan de ontbijttafel, terwijl vroege vogel Schilt als laatste aanschoof. Is de psychologische oorlogsvoering hier al ingezet? Het zou zomaar kunnen. De Fietscie bestaat louter uit ervaren en geslepen renners. Iedereen weet donders goed wat er deze dag te wachten staat en dat leidt tot nervositeit.
Natuurlijk, het parcours is het makkelijkste van de drie etappes die in Italië verreden worden en er staan geen zware beklimmingen op het programma. Maar vandaag is het geen gewone dag, vandaag is de dag van de laatste etappe van de Fietscie! De dag waarop volgens traditie de vorm van de renners uitmuntend is, maar ook de dag waarop iedere zichzelf respecterende renner deze uitmuntende vorm wil etaleren. De dag waarop de kilometerteller alleen bij het opstappen en afstappen onder de 35 komt.. Vandaag gaat de hardslag richting het maximum, het snot voor de ogen en wordt ‘competitiviteit’ in hoofdletters geschreven…
Op het grindpad van het huis schreeuwt iedereen elkaar toe dat ‘genieten’ op deze laatste dag boven alles gaat. Vijftien seconden later geeft de teller 42 kilometer per uur aan. De trend voor de dag is gezet, de koers zal niet meer tot rust komen.
Lenis oogt in de eerste kilometers wat nerveus. Uitgebreid heeft hij tijdens de rustdag het parcours bestudeerd. Hij weet als geen ander dat zodra op de brug over de Tiber het provinciebordje van Lazio is gepasseerd de grootste klim van de dag zich aandient. Dat moet zijn moment worden! Uiteraard heeft hij zich al goed laten zien in de Abruzzen, waar hij uiteindelijk toch weer de sterkste renner bleek, maar zo overtuigend als voorgaande jaren ging het niet. Joram Spijker klopt met grote tikken op de deur. De kleine grote man wil niks liever dan iets rechtzetten vandaag. Al ruim voor de brug zoekt hij een goed plekje in het peloton als plots een roze flits langs hem voorbij schiet. Schilt plaatst een demarrage en het bal is geopend! Er volgt een chaotische klim naar Soriano del Crimino, waarin de benen van alle renners erg goed blijken, maar de beentjes van de kleinste man van het peloton wederom het sterkst zijn.
Na de klim is er geen tijd voor rust. Lenis wil iedereen slopen, hij ruikt bloed en zoekt snel zijn zwaarste verzet op voor het glooiende stuk richting Vignanello. Spijker en Van Dijk hebben nog wel zin in een stukje hogesnelheidsfietsen.. 42..43… 44, de snelheid wordt langzaam steeds verder opgevoerd door de Arnhemmer. De Drent en Tukker doen nog plichtsmatig een aflosbeurtje maar kunnen vervolgens alleen in het wiel blijven zitten. Gelukkig komt er een splitsing waar gestopt wordt.
Net als het peloton in Vignanello tot rust is gekomen voltrekt zich misschien wel het meest opzienbare moment van de Fietscie. De jongens bevinden zich inmiddels op de Via Vignola en zien een 500 meter lange weg voor zich liggen van circa 15% met aan het eind een oude poort. Opeens komt Van Rheen als een komeet voorbij schieten! Een sprintje van 20 meter, denkt iedereen, maar Van Rheen verslapt niet. Sterker nog hij lijkt alleen maar te versnellen op de steile, steile weg. Vol verbazing zien de andere renners Van Rheen op snelheid onder de poort door uit het zich verdwijnen. De Koning van de Citadelle is terug op zijn troon, en dat is mooi.
Op het terras aan het einde van de Via Vignola bestellen zeven man een kop koffie en één een fles water. Als de kopjes leeg zijn en de koffiedrinkers toch nog dorst hebben worden de kopjes gevuld met water. Het betekent de geboorte van een nieuw populair drankje: woffie. Als je het eenmaal gedronken hebt wil je niks anders meer. Bovendien blijkt het te werken als wonderbaarlijke doping: na de woffie’s wordt het tempo nog verder opgeschroefd, terwijl het parcours met venijnige klimmetjes alleen maar listiger wordt.
Aan de woffie…
De jongens zien kortstondig af maar alles verloopt snel vandaag en de situaties wisselen elkaar in hoog tempo af. Voor de renners er erg in hebben, vinden ze zichzelf aan een lange tafel met wit tafelkleed waarop acht bordjes pasta met zeevruchten staan te pronken. Aan de ene kant van de tafel ligt het zonovergoten Lago di Bracciano, aan de andere kant van de tafel staat een veelpratende Italiaanse ober zijn witte wijn aan te bevelen. Wat nu ? Het is nog minstens 30 kilometer naar Rome. Een glas witte wijn betekent een streep door de verdere ambities van deze dag. De glazen worden met een dun bodempje ingeschonken waarna de fles wijn lange tijd halfvol in het midden van de tafel blijft staan. De druk die de ober uitoefent om de fles leeg te drinken is enorm, en Spijker en Van Dijk bezwijken uiteindelijk. De fles wordt leeggedronken en bij het opstappen van de fiets moeten ze het bekopen. Gelukkig rijdt Snip na de lunch al na 100 meter al lek, zodat de versnaperingen even rustig kunnen bezinken.
De sluwe Principiaatjes hebben zich rustig gehouden tijdens het wijnincindent. Zij zijn maar met één ding bezig. De ploeg kan nog wel een succesje gebruiken en dat succesje moet in Rome komen: de eindsprint is het grote doel. Hoe dichter Rome nadert hoe meer de twee roze boys tactisch een stuk voor de rest van de jongens rijden. Het leidt tot bizarre situaties waarbij het verkeer steeds meer tot hinder is voor de razende Fietscie. De wegen worden breder en drukker, de gebouwen langs de weg talrijker. Langzaam aan dringt het besef tot de Principiaatjes door: de Fietscie is al in Rome maar heeft nooit een plaatsnaambordje met ‘Rome’ gepasseerd. De sprint van Rome zal voor altijd onbeslist blijven.
Voor de mooie kiekjes wordt nog naar het Sint Pietersplein gereden. Als de renners voor de Sint Pieter staan, valt dan eindelijk alle competitiedrift van de schouders. Op dit moment rest er niks anders dan genieten, zoals aan het begin van de dag voorgenomen. Het is niet te bevatten: stonden ze echt nog maar drie dagen geleden in Pescara en zijn ze in de tussentijd helemaal hierheen gefietst? Potverdorie, de Fietscie2012! Het is gelukt! Na een biertje op het terras vervolgen de jongens hun route door Rome om tot slot uit te komen bij het Colosseum. Het groteske theater is al bijna tweeduizend jaar ooggetuige van een lange lijst van gladiatoren die in gevechten op leven en dood tot het onmogelijke in staat waren. Er kunnen vanaf vandaag acht gladiatoren aan deze lijst worden toegevoegd.
Het eindfeest bestaat die avond uit een hoop verschillende ingrediënten: Arjen Robben, bier in Trastavere, een lawaaiige disco met pubers, de Irish Pub, en tot slot, de legendarische man Harold Mulherin. Fietscie2012 is compleet!
…Harold Mulherin…