INTERVIEW
“Het strijdplan is gereed. Ik ga Terminillo pakken.”
Nu de voorjaarsklassiekers ten einde zijn kan ook de Fietscie voorzichtig een eerste balans opmaken, en vooruitkijken naar wat komen gaat. Fietscie-topper Joram Spijker blikt terug en vooruit, in een gesprek met Michel Wuyts en Carl Vannieuwkerke.
Joram Spijker. De man uit Kampen die met zijn 86 kilo toch maar altijd weer gewaagd is aan die dekselse Arnhemmer, Matthijs Lenis. De man die ook zo van voetbal houdt maar bijna encyclopedisch te werk gaat als het op wielrennen aankomt. Hij kent precies de mannen van de andere ploegen, waar die ook rijden in welk een onbeduidende koers ook. De man ook die het irriteren tot prioriteit nummer een heeft gemaakt, tot vervelens van zijn ploegmaats aan toe.
Zijn voorjaar was nog niet dat wat hij ervan verwacht had. De Endurance stond in het teken van knechten, nota bene voor die mindere god Maurits Schilt. Vlaanderen, hij was er wel maar stond te kijken toen de echte mannen van de lange afstand voorbij kwamen. En in Luik lonkte een warme kachel, toen het goot van de regen boven op de Stoumont.
Joram, geef je voorjaar zelf eens een cijfer. Eerlijk.
“Een zeven en een half.”
Pardon?
“Een zeven en een half. Goed gefietst. Niet top. Maar goed genoeg om als eerste straks die Terminillo op te rijden. Daar is het dit jaar allemaal om te doen voor mij.”
Schiet je daar niet aan een paar belangrijke feiten voorbij? In februari kondigde je nog aan dat je hele seizoensopbouw in het teken stond van Luik Bastenaken Luik.
“Met de kennis van nu had ik dat toen niet gezegd. Jij maakt toch ook niet alles waar wat je belooft?”
Joram Spijker, de sympathieke Nederlander die graag de bal terug kaatst. Niet op zijn mondje gevallen, noemen onze noorderburen dat. Zie Thomas Dekker. Maar er knaagt iets aan dat voorjaar, dus we moeten doorvragen.
Wat dacht jij op de Stoumont?
“Ik dacht, ik heb het nog nooit van mijn leven zo koud gehad. Ik had gewoon geen zin meer en ik had al lang gezien dat Hennie “Hakje” Meijer sterke benen had. De lol was er toen wel van af. Ik wilde naar binnen, dus toen hebben Coen en ik elkaar diep in de ogen gekeken, en gezegd: soit, we krijgen die verhalen wel te horen, maar wij gaan naar binnen en trekken een blik pils open.”
Dat is voor de Fietscie-renner Joram Spijker de manier om met seizoensdoelen om te gaan?
Nu boos: “luister, we zouden het hier hebben over de Fietscie 2012, van Pescara naar Rome. Denk jij dat het leuk is om steeds maar weer te moeten horen dat het belachelijk is dat je op de Stoumont afstapt? [….stilte….]”
De woorden van je ploeggenoten waren niet mals. Maurits Schilt sprak zelfs van een zwarte zaterdag. Dat is dan nota bene je tete-a-deux, met wie je dit jaar nog zoveel plannen hebt in de koers.
“Weet je wat het is met die Maurits Schilt? Die drinkt tonic op de dag voor de wedstrijd en meldt zich af als het regent. Ik heb respect voor de man als hij meerijdt, maar nul daar buiten. Geef mij Coen Spijker dan maar. Die stapt gewoon altijd op, ook al heeft hij tot zeven uur in de kroeg gezeten en de stapavond afgesloten met twee berehappen pindasaus.”
Ik zie je nog samen met Schilt de winst vieren in Bruchem, tijdens de Endurance. De grootste maatjes.
“Die had hij aan mij te danken.”
Zullen we naar de aankomende Fietscie kijken?
“Graag.”
Wat is je plan?
“Matthijs gaat er af en ik heb samen met Maurits Schilt en nog een ander persoon een strijdplan gemaakt. Als we dat goed uitvoeren is Matthijs in principe kansloos.”
Kun je er al iets meer over kwijt.
“Het gaat er om dat je Matthijs voortdurend uitput en dan met name voor de Terminillo. Op de Terminillo moet de strijd al geklaard zijn. Dan moet hij door die ondergrens heen zakken en dan moet ik nog fris zijn. Matthijs kennende trapt hij met open ogen in deze tactiek. Die is wat dat aangaat niet een veel handiger renner dan Johnny Hoogerland.”
Dat klinkt veelbelovend. En je andere doelen? Parijs Roubaix?
“Parijs win ik. Schilt is mee voor de vorm en voor het gezelschap. Op de Mons-en-Pevele is het toedeledokie.”
En verder?
“Verder staat mijn program niet vast. Simon Brijder is hierover nog in gesprek met mijn nieuwe zaakwaarnemer Constantijn de Lange. Ik denk dat Diekirch – Valkenswaard en de Ronde van Drenthe serieuze opties zijn. Of een Wichers Woonoase.”
We hebben jou nog niet gehoord over de Man van het Jaar-trui. De website van de Fietscie meldt slechts als hoofddoel: drieluik LBL – Fietscie – Roubaix winnen. Dat was het dan?
“Ik wil best Man van het Jaar worden maar laat ze eerst maar eens een nieuw truitje ontwerpen. Dit vod wil ik niet aan.”
Joram, we gaan u zien. Terminillo, Mons-en-Pevele, met op de achtergrond een verslagen Lenis of een hijgende Mister Tonic. Het belooft nog wat.